Laat ons weten welke cookies we mogen plaatsen. Wanneer essentiële cookies aanklikt verzamelen wij geen persoonsgegevens en helpt u ons de site te verbeteren. Wanneer u Cookies accepteren aanklikt krijg u een optimale website ervaring.
Meer over privacy & cookies.
Stappenplan voor het aanplanten van bomen
De aanplantperiode voor bomen met kluit is van ongeveer half november tot eind april. Wintergroene bomen en naaldbomen hebben doorgaans een iets ruimere aanplantperiode dan bladverliezende bomen. Een boom die in pot is opgekweekt kan wel het hele jaar door aangeplant worden, met uitzondering van vorstperioden.
Hier volgt een stappenplan voor het aanplanten van bomen:
- Voer de grondbewerking uit zoals beschreven op de pagina grondbewerking. Wanneer u deze stappen volgt maakt u meteen een goede start, wat ten goede komt aan de (aan)groei van de bomen. Volg deze instructies op om ongemakken te voorkomen, deze stap is voor 50% verantwoordelijk voor het (aan)groeisucces!
- Graaf een gat in de grond dat ongeveer 1,5 tot 2 keer groter is dan de kluit van de boom. Maak de bodem van het gat goed los, zodat de waterdoorlating wordt bevordert, maar druk de bodem na het omspitten ook weer aan om verzakking te voorkomen. Maak het plantgat iets minder diep dan de hoogte van de kluit (1 a 2 cm), een boom mag namelijk niet te diep staan. Houd rekening met nazakken door het gewicht van de kluit.
- Maak de bodem voldoende vochtig en zorg dat deze voldoende voedingstoffen bevat. Onze Heijnen Meststof is hiervoor zeer geschikt, maar ook compost of potgrond kan aan het plantgat toegevoegd worden. Meng deze vervolgens goed door de bestaande aarde, zodat de boom goed kan groeien. Plant een boom nooit rechtstreeks in compost of bemeste tuinaarde, maar meng deze grondsoorten altijd goed door de bestaande grond om zo blad- en wortelverbranding te voorkomen.
- Plaats de boom in het gat en controleer of deze niet dieper staat dan de rand van het gat. U kunt aan de stam van de boom zien hoe diep deze stond op de kwekerij. Aan het gedeelte dat onder de grond heeft gezeten zit namelijk nog wat grond en dit is donkerder van kleur. Is het gat te diep, vul het dan op met een laagje grond. Houd rekening met inzakken, dus zorg ervoor dat het plantgat iets minder diep is dan de hoogte van de kluit. Besproei vervolgens de kluit met water, zodat de boom met voldoende vocht de grond ingaat.
- Vul vervolgens het gat voor 1/3 op met een mengsel van de uitgegraven grond in combinatie met Heijnen Aanplantgrond en eventuele meststoffen. Controleer of de boom recht staat en trap de grond rondom de boom stevig aan.
- Om scheefwaaien en daarmee ook wortelscheuring (van de haarwortels) te voorkomen is het belangrijk om boompalen te plaatsen. Gebruik een grondboor om vlak naast de kluit twee gaten te boren. Houd hierbij rekening met de overheersende windrichting. Is dit in uw tuin bijvoorbeeld vanuit het zuidwesten, plaats de boompalen dan in zowel zuidoostelijke als noordwestelijke richting. Hierdoor zorgt u ervoor dat de kluit en boom zo min mogelijk op en neer kan bewegen. Zorg dat de palen voor 1/3 in de grond staan voor voldoende stevigheid en bevestig de boomband met behulp van spijkers aan de palen. Sla de spijkers goed vast in de boompalen, zodat de band niet kan verschuiven.
- Vul nu het plantgat voor ¾ deel en trap de grond opnieuw stevig aan. Vul daarna de rest van het gat op en trap de grond voor de laatste keer stevig aan. Eventueel kunt u een zogenoemd klein “zanddijkje” om de boom harken, zodat tijdens het water geven het water binnen de kaders zal blijven.
- Bestrooi de bodem vervolgens met Heijnen Aanplantgrond en geef de boom voldoende water. Hierdoor zakt de bodem nog wat in, waardoor de wortels beter contact maken met de aarde. Door de aanwezigheid van vocht, zullen de bomen zich sneller gaan wortelen en eerder haarworteltjes vormen. Eventuele meststoffen die zijn toegediend zullen in aanraking met vocht ook meteen voedingstoffen afgeven.
Een nieuw aangeplante boom moet de eerste twee tot drie jaar geholpen worden met water geven. Bij het rooien wordt onvermijdelijk een deel van de wortels afgesneden, waardoor de boom minder wortels beschikbaar heeft. Ook reiken de wortels nog niet verder dan de kluit, dus heeft de boom minder mogelijkheden om water en voedsel uit de bodem te halen. Het is daarom belangrijk de kluit voldoende vochtig te houden om zo uitdroging van de boom te voorkomen. Houd de kluit en grond eromheen vochtig, maar geef niet teveel water! Als de standplaats voortdurend kletsnat is zullen de wortels gaan rotten, met als gevolg dat de boom uiteindelijk dood zal gaan. Als de boom eenmaal is gevestigd en het wortelgestel weer goed is ontwikkeld, kan de boom over het algemeen zelf zijn watervoorziening op pijl houden.
Let in het begin op met het gebruik van druppelslangen. Deze kunnen deels helpen bij de waterhuishouding, maar in de beginfase reiken de wortels nog niet verder dan de kluit en is een druppelslang alleen niet voldoende. Omdat de boom dan nog niet is geworteld dient er met een sproeier (extra) water gegeven te worden op en rondom de kluit. Pas wanneer de boom volledig is geworteld, is een druppelslang voldoende.
Bij gewortelde bomen is het verstandig om alleen bij aanhoudende droogte water te geven. Bij het water geven van een gevestigde boom is het beter om één keer een flinke hoeveelheid te geven, in plaats van iedere dag een klein beetje. Laat de grond vervolgens weer wat opdrogen, zodat de wortels gestimuleerd worden om ook zelf op zoek te gaan naar water in de grond.
b2b@heijnen-plants.com