Ideale plaatsing van een Gymnocladus dioica hoogstam 10/12
De doodsbeenderenboom gedijt het best op een zonnige tot halfschaduwrijke standplaats met goed doorlatende bodem, zoals zandgrond, lemige grond, lichte kleigrond, zavelgrond of lössgrond. De grond mag licht zuur tot licht kalkrijk zijn. Gymnocladus dioicus is een grote boom die voldoende ruimte nodig heeft om zijn kroon te ontwikkelen. Plant hem daarom bij voorkeur in open gebieden, langs lanen of in parken. De boom is matig windbestendig, dus enige beschutting is gewenst, vooral als hij nog jong is. Dit bevordert de ontwikkeling van een sterk wortelgestel en een rechte stam.